Wat is Rugby?

Rugby voor beginners (video)


Het spel Rugby is eigelijk gebaseerd op simpel landje veroveren. Twee ploegen moeten onder leiding van een scheidsrechter proberen de ovale bal achter de laatste lijn op de grond te drukken.

Het Rugbyspel wordt gespeeld door twee ploegen van vijftien spelers; acht voorwaartsen en zeven driekwarten. De voorwaartsen proberen de bal te veroveren en de driekwarten boeken terreinwinst. De duur van de wedstrijd is twee maal 40 minuten, jeugd twee maal 30 minuten.

Doel van het spel is tries en kickgoals te scoren. Een try wordt gescoord door de speler, die de bal achter de doellijn van de tegenpartij op de grond drukt. Een try levert vijf punten op en men werft hierdoor het recht op het nemen van een conversie, welke bij succes twee punten oplevert. Een conversie is een schop op de palen, loodrecht op de doellijn van de plaats waar de try is gedrukt. Bij de schop moet de bal tussen de palen en over de dwarslat geschopt worden.

Ook kan er een drop-goal gescoord worden. In het open spel moet een speler de bal eerst uit de handen op de grond laten stuiten voordat hij de bal door de palen schiet. Voor een drop-goal worden drie punten in rekening gebracht.

De 10 belangrijkste Rugbyregels

  1. De spelers mogen rennen met de bal in de handen. Schijnbewegingen en snelheid zijn je wapens.
  2. De bal mag alleen naar achteren worden gegooid. De ovale vorm vereist de juiste passtechniek.
  3. De speler met de bal mag getackeld worden. Dat mag overigens alleen met de armen, en onder de schouders van de tegenstander.
  4. Lichte overtredingen zoals het laten vallen van de bal of een pass naar voren worden bestraft met een scrum. In de scrum staan 8 voorwaartsen in een vaste formatie. De twee groepen van 8 voorwaartsen strijden om de bal die in het midden van de scrum wordt ingegooid.
  5. Als de bal uit gaat wordt een line-out geformeerd. De bal wordt tussen twee rijen spelers in het midden gegooid.
  6. Zware overtredingen zoals het praten tegen de scheidsrechter of buitenspel worden bestraft met een penalty. Bij een penalty moet de tegenstander 10 meter achteruit. Maar als je in de buurt van de palen bent, mag je ook op de palen schieten. Dat levert drie punten op.
  7. Buitenspel: als je achter de bal blijft, sta je over het algemeen NIET buitenspel.
  8. Niet alleen bij een tackel doe je leuke contacten op. Ook bij een MAUL maak je contact. Je botst tegen een speler en draait je lichaam in. Je wacht op hulp van een maatje als de tegenstander je vastpakt. Soms krijg je een kluwe van spelers die duwen en trekken om de bal te krijgen. Als de bal in dezelfde situatie op de grond komt, spreek je van een RUCK.
  9. Je mag de bal schoppen. Soms is dat handig als je in de verdediging staat. Maar     uiteraard leidt het meestal tot balverlies.
  10. Behandel de tegenstander en de scheidsrechter met RESPECT!!

Voor verdere vragen kunt u telefonisch contact opnemen of een van onze trainingsavonden bezoeken